Morfodynamiek van Nederlandse laaglandbeken

Morfodynamiek van Nederlandse laaglandbeken

JPC Eekhout and AJF Hoitink

STOWA 2014-15: 92 p., 2014

In de eerste helft van de 20ste eeuw zijn veel laaglandbeken in Nederland gekanaliseerd. Dit heeft vaak geleid tot grote veranderingen in de hydrologie en morfologie van beken, met als gevolg een sterke achteruitgang van de bijbehorende karakteristieke aquatische en terrestrische ecosystemen. In de afgelopen 25 jaar zijn de Nederlandse waterschappen begonnen met beekherstel om wateroverlast te voorkomen, verdroging terug te dringen (Waterbeheer 21e eeuw) en de ecologische (water)kwaliteit van beeksystemen te verbeteren (KRW). Eén van de meest toegepaste maatregelen hierbij is hermeandering. Uit het onderzoek van Joris Eekhout komt naar voren dat laaglandbeken in Nederland over het algemeen weinig morfodynamiek kennen. Er komen alleen incidenteel substantiële morfologische veranderingen voor, maar deze zijn lokaal van karakter en vinden veelal plaats in het eerste jaar na aanleg. De veranderingen zijn vooral toe te schrijven aan externe factoren, bijvoorbeeld erosiegevoeligheid van de oevers en aanpassing van het lengteprofiel door stuweffecten. In die periode zal dan ook intensievere monitoring moeten plaatsvinden. In de daaropvolgende periode lijkt de beek zich te stabiliseren en voltrekken morfologische veranderingen zich langzaam. Uit dit onderzoek komt ook naar voren dat de laaglandbeken een hoge dynamiek in de afvoer kennen, wat mogelijk een nadelige invloed op het herstel van het ecosysteem heeft. Herstel van de hydrologie vraagt om nader onderzoek. Samenvattend blijkt uit het onderzoek dat laaglandbeken weinig morfologische dynamiek kennen en het aangelegde beekprofiel vrij stabiel is. Het beekontwerp wordt daarmee van groot belang. Het onderzoek geeft hiervoor vanuit de morfologie belangrijke aandachtspunten.